Gaat men van de Waalsche Kerk naar dit huis dan krijgt men eerst aan zijne rechterhand de Beurdsche straat, welke zoo genaamd is, omdat die loopt ter plaatse, oudtijds
| 237 |
Beurden geheeten, eene plaats, waaraan de familie van Beurden wel haren naam zal hebben ontleend; deze komt toch reeds vroeg in de Bossche Schepenregisters voor. Aan den tegen woordigen Z. O. hoek van gezegde straat, in 1505 (Reg. n°. 99 f. 272 vso) de Pryckershoeck of Ouden Huls geheeten, stond voorheen de St. Barbarakapel met een steenen beeld van de H. Barbara in den voorgevel; bij de reductie van den Bosch in 1629 werd zij voor goed aan den eeredienst onttrokken; in 1632 is zij tot eene stadsturfschuur gemaakt, wat zij een tijdlang bleef en in 1899 is zij geheel gesloopt.
De Beurdsche straat, waarin een gasthuis stond, dat Agnes van den Broeck in 1496 voor negen oude vrouwen stichtte 1) en waaraan de Fransche Prefect door zijn decreet van 28 December 1811 ook wel een einde zal hebben gemaakt, eindigde oudtijds niet aan den stadswal, zooals nog het geval was toen den Bosch als vesting werd opgeheven, maar splitste zich nabij gezegde kapel in twee takken, waarvan de een N.-waarts en de ander Z.-waarts liep; laatstbedoelde tak liep door de in Dl. I blz. 29 vermelde Molensteegpoort of Molenpoort 2) naar buiten; aldaar stond in 1505 blijkens Reg. n°. 99 f 272 vso het molenhuys 3), en tusschen dat huis en den stadsmuur aan den weg, genaamd de Molenstraat, twee huizen; die straat zal alzoo het verlengde geweest zijn van de binnen de stadsmuren geloopen hebbende Molensteeg.
Volgens J. van Oudenhoven t.a.p. blz. 203 werd in 1542 door den Hove een mandement uitgevaardigd, dat men alle de huysen, staende aen de stadtsmueren soude afbreecken ende wierden daer op wel 200 huysen afgebroocken, alsmede het Gasthuys niet verre van S. Barbaren capelle van Heer Adam
| 238 |
van Mierde gefondeert. Zooals uit R.A. van Zuylen de Stadsrekeningen blz. 581 en 582 blijkt, stonden van die afgebroken huizen er zoowel aan de Beurdestraat als buiten den stadsmuur aan de Molenstraat. Uit die stadsrekeningen blz. 60 blijkt ook nog, dat het Adam van Mierde's mannengasthuis, hetwelk Adam van Mierde bij zijn testament van 17 Maart 1403 stichtte, bij den stadsmuur, en wel nabij de Molensteeg - of Molenpoort stond; het is na deszelfs afbraak overgebracht geworden naar de Schilderstraat.
Aan den O. hoek der Beurdsche- en Ververstraat staat het huis, genaamd het Zevengester, waarin blijkens Prosper Cuypers t.a.p. blz. 380, 460 en 471 in 1566 woonde een zekere Lauw (zijn eigenlijke naam was Laureyns int Sevengestarst), die tot de Bossche beeldstormers behoorde, doch niet tot de kwaadsten hunner, want toen door hen in gezegd jaar het Predikheerenklooster van den Bosch geplunderd werd, voldeed hij aan het verzoek van deszelfs procurator om zijne makkers er uit te doen gaan, door in het Pand van dat gebouw: „brand, brand” te roepen, wat het gewenschte gevolg had; desniettemin werd hij krachtens vonnis van 1568 wegens deelneming aan de beeldstormerij gecondemneert ende geexecuteert metter coorden na ongeveer een jaar lang in voorarrest te hebben gezeten! 4)
Naast dit huis staat O.-waarts het huis, genaamd de Koning van Engeland; Cornelia van Gulick, dochter van Willem 5) en Johanna van Ravesteyn, verkocht het 22 April 1705 (Reg. n°. 485 f. 85) als erfgename harer ouders aan Helena de Wijs weduwe van Jan Scheffers; de kinderen dezer echtelieden, genaamd 6): Maria weduwe van Dor. Petrus van der Burght; Petrus, boekdrukker te den Bosch; Angelina, echtgenoote van Cornelis Vervorst, en Johanna Maria, echtgenoote
| 239 |
van Wilhelmus Vervorst, verkochten 22 Januari 1731 (Reg. no. 555 f. 256 vso) dit huis op hunne beurt, aan Jacobus van der Beeck, mr. lintwerker te den Bosch, wiens curator het in het volgend jaar verkocht aan Willem Macks, burger van die stad.
Naast dit huis staat in dezelfde richting het huis, thans genummerd Verwerstraat 83.
Mr. Symon, rector der scholen te den Bosch 7), zoon van Jan van den Coudenborch, die dit huis gekocht had van Gerard Balyart, die het kocht van Bartram Janszn, welke dat huis, hetwelk toen gezegd werd te zijn van Gijselbert Vullinck en diens zonen Gijselbert en Jan, bij gerechtelijke uitwinning verkregen had, verkocht, toen hij weduwnaar was geworden van Leonia, dochter van Arnd Leonius, hetzelve 3 Februari 1522 (Reg. n°. 123 f. 83) 8), - als wanneer het gezegd werd te staan tusschen het huis van mr. Gerard Selle van Herenthals, rector der scholen te den Bosch, ex uno en dat van Willem van Heyst ex alio, en zich achterwaarts met eene brug over de Dieze uit te strekken tot aan de Beurdsche straat, - aan Reyner, zoon van Jan Daemszn; de uitvoerder van het testament van dezen laatste en diens vrouw Heylwig Knoden Jacobsdr. verkocht het 7 Juli 1536 (Reg. n°. 149 f. 233) weder aan mr. Jan, zoon van Petrus Reyners, die van zijne vrouw Elisabeth N. een zoon Hubert naliet, wiens voogden het 7 Februari 1541 (Reg. n°. 161 f. 107) verkochten aan Wouter, zoon van den medicinae doctor mr. Raso Raessenszn. Laatstgenoemde kooper had twee kinderen: Jan en Eeffe, de echtgenoote van Jan, den zoon van Jan, den zoon van Jacob Gieliszn; zij verkochten 31 Januari 1585 (Reg. n°. 240 f. 100) dit huis, dat nu gezegd werd te zijn: huis en erf, strekkende achterwaarts tot aan de Dieze met eene steenen brug tot aan eene plaats en achterhuis, die zich uitstrekken tot aan de Beurdsche straat en ook tot dat huis
| 240 |
met erf behooren, en welk een en ander staande en gelegen is tusschen het huis van mr. Christophorus van Vladeracken ex uno en dat van Arnold Jonckers ex alio 9), alsmede tusschen de Dieze, het erf van genoemden van Vladeracken en de Beurdsche straat, - aan heer Willem Willemszn van Andel, priester en vice-cureit van Gestel bij Herlaer en mr. Adriaan van Heze Leoszn. Hoe de verdere overgangen van dit huis waren blijkt niet vóór 24 November 1634, als wanneer dit huis werd verkocht door Anna van Vladeracken en omschreven als volgt (Reg. n°. 370 f. 408): eene huysinge mette poorte, nyewe timmeragie, erve, plaetse, steenen brugge over de Diese, achterhuysken, hoven, met den wech ende uuytganck in de Buertsche straet en de Volderstraet, soo ende gelijck de heere van Amelrode 10) deselve tegenwoordelijck is bewoonende ende gebruyckende, gestaen ende gelegen binnen deser stadt van 's Hertogenbossche in de straete, eertijts genoempt de Colperstraet, 't eynde die Verwerstraet, tussen erffenisse eertijts Jans van Oeffel, nu desself 's kinderen, ex uno ende tussen ... ex alio, transportante aengekomen door erffenis van haere nicht Engelken, dochter van Dierck Bruessen.
Blijkens die akte bezat Engelken 11), dochter van Dierck Bruessen, dit huis na laatstgenoemde koopers, en werd het door hare nicht Anna van Vladeracken van haar geërfd. Deze was volgens diezelfde akte dochter van mr. Christoffel van Vladeracken, rector der Latijnsche school te den Bosch en Christina, de dochter van mr. Aert Bellaerts.
In eene Bossche Schepenakte van 1577 (Reg. no. 237 f. 412 vso) wordt genoemde mr. Christoffel van Vladeracken gezegd te zijn filius naturalis quondam Domini Gerardi de Vladeracken, domini de Geffen et Nulant.
| 241 |
Deze Christoffel van Vladeracken, die verscheidene werken uitgaf en in de St. Janskerk van den Bosch begraven werd onder eene grafzerk, waarop van hem in het Latijn vermeld staat: „Ik onderwees zoolang ik leefde, processen heb ik meer gehaat dan honden en slangen; geef mij, Christus!, uwen vrede” 12), had van zijne gezegde vrouw, behalve voornoemde Anna, die ongehuwd stierf, deze kinderen 13):
a. Arnd van Vladeracken, schout van Maasland, die in 1586 huwde Geertrui van Voorn, gelegitimeerde dochter van mr. Jan van Voorn Splinterszn, welke hem 8 kinderen schonk 14), onder wie: Anna, begijn in het Groot Begijnhof te den Bosch; Maria, echtgenoote van Henrick de Crom; Christina, huisvrouw van Willem van Zuylen, afkomstig uit Anholt, wien zij schonk een zoon Arnout van Zuylen, die 24 November 1649 te den Bosch huwde met Catharina van Outvorst Rogiersdochter (uit Middelrode afkomstig), uit welk huwelijk geboren werd Reinier van Zuylen, in 1680 broodbakker te den Bosch; Splinter, welke huwde Maria van Wijck Jacobsdochter (die hem een zoon Aerd van Vladeracken schonk) en Jan van Vladeracken, secretaris en vorster van Rosmalen en Nuland.
b. Mr. Johan van Vladeracken, bijgenaamd Florager of Floragus, overleden te den Bosch in 1616; hij was schrijver van eenige werken en gehuwd met Tanneken, dochter van Antony van der Meer, in 1616 reeds overleden.
c. Petrus van Vladeracken, pastoor van Oirschot, overleden in 1618, was ook schrijver van verscheidene werken.
d. Ysabella van Vladeracken, echtgenoote van Goeswijn van der Burght Eymbertszn.
Bij den verkoop van het hierbedoeld huis door Anna van Vladeracken werd daarvan kooper mr. Johan Pelgrom de Bye, oud-schepen van den Bosch. Gerard van Vladeracken, die zich noemde kapelaan der Compagnie van den Heer van Eyst,
| 242 |
naastte het 21 Maart 1635, doch zal het wel aan genoemden mr. Pelgrom gelaten hebben, daar deze en diens rechtverkrijgers eigenaren van dit huis verbleven.
Genoemde kooper stamde af van Hendrik de Bye, die den naam van Pelgrom bij den zijne kreeg, omdat hij eene bedevaart naar Jerusalem had gemaakt; hij was president-schepen van den Bosch en had van zijne vrouw Margaretha van Bylandt Oliviersdochter een zoon Dirk Pelgrom de Bye, overleden 23 April 1484 en begraven in de St. Janskerk te den Bosch, welke van zijne vrouw Elisabeth Coenen, dochter van Herman Ketelaer genaamd Coenen en Yken Moyns, deze kinderen had:
a. mr. Henrick, die volgt sub I;
b. mr. Herman, overleden 10 Mei 1540 en begraven in de St. Janskerk te den Bosch, huwde Christina, dochter van Gerrit Jacobszn van Dort, die hem o.a. schonk een zoon Symon Pelgrom de Bye, die prior was van het klooster Baseldonk te den Bosch en als kronijkschrijver meer bekend is onder den naam van Simon Pelgromius;
c. Margriet, huwde met Jan Monicx, zoon van mr. Jan Junior en ?
d. Catharina, kanonikes in het klooster Bethanië aan de Windmolenbergstraat te den Bosch, overleden 1559; zij werd in dat klooster voor het hoogaltaar begraven onder eene grafzerk, waarop deze kwartieren uitgehouwen staan:
Pelgrom de Bye 15) | Coenen |
Bylandt | (Een wapen, bestaande uit een dubbelen adelaar.) |
Deze grafzerk ligt thans achter het huis, dat Oude Diezewaarts naast het hierbedoelde staat.
| 243 |
graven; zijne vrouw was Catharina, dochter van Willem Sceymaekers genaamd van den Eynde en Aleydt van Nyn genaamd Back, dochter van Laurens, die hem o.a. schonk een zoon:
Laurens Pelgrom de Bye, raad van den Bosch 16), overleden den 3 October 1562, huwde met 1°. Geertruid, dochter van Paulus Wynants van Resant en Elisabeth Cuypers; 2°. Judith van Veen, dochter van Jan Robbrechtszn en Marie van Amerungen 17). Van zijne eerste vrouw had hij o.a. een zoon:
mr. Peter Pelgrom de Bye, raad van den Bosch; deze huwde Anna, dochter van den olieslager Jacob Janssen Ketelaers en Hadewich, de dochter van Jacob Corneliszn. Zij schonk hem deze kinderen:
a. Laurens;
b. Jacobus, huwde Anna Momboirs, dochter van Arnt en Josina Pannarts;
c. Elias;
d. Paulus, huwde met N.N., van wie hij had: 1°. Isaac; 2°. Petronella; 3°. Anna; 4°. Elisabeth, die huwde met Pons Peterszn van Santen; 5°. Hesther die huwde met Gerard van Woestenbergh, woonachtig te Breda;
e. mr. Johan Pelgrom de Bye, de kooper van het hier bedoeld huis; hij huwde met Maria, dochter van Henrick Boudewijns van Nertingen en Elisabeth, de dochter van Henrick Wouterszoon van Ravensteyn; zij schonk hem deze kinderen:
a. Herman Pelgrom de Bye, die volgt sub II.
b. Rombout Pelgrom de Bye, die stierf 28 November 1719;
c. Isabella Maria Pelgrom de Bye, die huwde met Jor. Maximiliaan van den Driessche.
II. Herman Pelgrom de Bye, zooeven sub a genoemd,
erfde het hierbedoeld huis en kocht 10 September 1682 (Reg. n°. 476 f. 231) bij gerechtelijke uitwinning, geschied ten laste van Elbert van Meurs, „eene steene huysinge, genaemt den Roudonck, met hare gronden, hof, boomgaert enz., gelegen onder Esch. Hij huwde 20 Mei 1680 Catharina Nagelmaeckers, dochter van mr. Henrick en Anna Maria Houbraken (of van Haubraken), en stierf 5 Januari 1702. Zijne genoemde vrouw schonk hem slechts één kind, zijnde Anna Maria Pelgrom de Bye, die trouwde met Maximiliaan Anthony de Ghistelles, majoor ten dienste der Vereenigde Nederlanden; hare moeder deed 7 Maart 1705 (Reg. n°. 519 f. 105 vso) ten haren behoeve afstand van den tocht 18) van het hierbedoeld huis, dat zij van haren vader geërfd had en nu omschreven werd als: seeckere huysinge, gestaen 't eynde de Verwerstraet tusschen huys en erve der erffgenamen Johanna van Gulick ex uno ende tusschen huys ende erve der erffgenamen Jenneken van de Laer ex alio, streckende van de gemeente straet tot op erve Geraerd van Noort met meer anderen, met twee uytgangen daer annex, als d'eene in de Volderstraet 19) ende de andere in de Beursestraet.
Anna Maria Pelgrom de Bye voornoemd overleed na haren echtgenoot en wel 28 April 1759; haar huwelijk was kinderloos gebleven en zoo kwam hare nalatenschap aan hare erfgenamen van moederszijde 20). Het hierbedoeld huis werd bij akte, den 3 November 1759 verleden ten overstaan van
| 245 |
den te den Bosch gevestigden notaris Samuel de Cassemajor, toegescheiden aan hare navolgende erfgenamen: Johanna Hougaerts, woonachtig te Antwerpen, die waarschijnlijk eene kleindochter was van mr. Bartholomeus Hougaerts en Maria Anna Nagelmaeckers, de tante der erflaatster; het huis heette daarbij te zijn: huising, erf, hof, stal en koetshuis, by wylen mevrouw douairière de Ghistelles, bewoont en gebruikt, met de daarin zijnde tapyten, behangsels, schildery „de brand van Troyen” en nog een andere boven de deuren in de groote zale hangende, schoorsteen, spiegels en schilderystukken, met het verdere aarden nagelvast zijnde, met een daarby gelegen en gevoegd huisje, staande en gelegen te den Bosch, respectievelijk in de Verwer-, Beurse- en Volderstraaten, begrensd Westwaarts de huysing der erven van de Wed. Willem Max en Oostwaarts de huysing, die Oostwaarts weder begrensd was door de huysing van mr. Abraham Bastide”.
Johanna Hougaerts voornoemd verkocht dit huis 11 Januari 1768 (Reg. n°. 590 f. 414) aan mr. Antoni Martini, pensionaris van den Bosch, geboren aldaar 17 Januari 1728 en overleden te Helvoirt 31 Juli 1800; hij was de stamvader der tegenwoordige adellijke familie Martini.
Thans behoort dit huis aan mr. Eugène Tilman, oud-raadsheer in het Gerechtshof te den Bosch.
| 246 |
Noten | 1. | Ten tijde van van Heurn werden in dit oudevrouwenhuis nog zeven oude vrouwen verpleegd, aan wie eene meid ter harer verzorging was toegevoegd. | 2. | In R.A. van Zuylen de Stadsrekeningen blz. 60 wordt deze poort genoemd de Poerte opten Aldenhulst. | 3. | De molen behoorde aan de Zusters van Orthen toe. Zij heet in R.A. van Zuylen de Stadsrekeningen blz. 60 de Boertsche molen. | 4. | Prosper Cuypers t.a.p blz. 562. | 5. | Willem Joriszn van Gulick had 23 September 1650 (Reg. no. 430 f. 434) Van dit huis gekocht van eene dochter van Gerard van Oeffel. | 6. | De overige kinderen zie men in Taxandria XV p. 266. | 7. | Men zie zijne grafzerk in Dr. C.F.Xav. Smits Grafzerken der St Janskerk te den Bosch p. 84. | 8. | In deze akte komt eene uitvoerige geschiedenis van dit huis voor. | 9. | Dit was het huis genaamd de Koning van Engeland, zie Reg. no. 240 f. 244. | 10. | Otto van Arkel, heer van Ammerzode, Well en Wordragen, gehuwd met Francoyse d'Affaytadi. | 11. | Volgens Dr. C.F.Xav. Smits de Grafzerken in de St. Janskerk te den Bosch p. 20 was zij de kleindochter van mr. Christoffel van Vladeracken en Christina Bellaerts. | 12. | Dr. C.F.Xav. Smits t.a.p. blz. 20. | 13. | Men zie nog Taxandria XIX p. 161. | 14. | Taxandria XIX p. 160. | 15. | Dit wapen is een beurtelings gekanteelde dwarsbalk, waar boven één bij. | 16. | Hij bezat te St. Michielsgestel ter plaatse genaamd Horriek een omgraeven steenen leijen huys, dat zijne kinderen 22 Januari 1568 verkochten aan Willem van der Meer Dirckszn., die gehuwd was met zijne dochter Elisabeth (Reg. no. 218 f. 50). | 17. | De dichter Bilderdijk meende, dat hij afstamde van eenen zoon, gesproten uit haar huwelijk met Laurens Pelgrom de Bye; dit was echter niet juist, want zijn voorvader was van het eerste huwelijk van genoemden Laurens. Cf Taxandria XIII p. 108. | 18. | Zij deed ten haren behoeve 7 Maart 1711 (Reg. n°. 529 f. 50 vso) ook afstand van den tocht der navolgende, door hare dochter van haren man geërfde goederen: a. den Roudonck onder Esch; b. de vrije jacht met roerschilt en ander jachtgetuygh in en door de geheele heerlijkheid Geffen, alsmede het recht van te mogen maken of leggen eene warande aldaar, door haren vader Jor. Herman Pelgrom 28 April 1672 gekocht van Jor. Jacob de Cocq. | 19. | Maximiliaan Anthony de Ghistelles kocht 7 Februari 1710 bij den tuin van dit huis nog een tuin, uitkomende in de Volderstraat (Reg. no. 522 f. 96). | 20. | Het huis de Roudonck onder Esch kwam toen blijkens akte van boedelscheiding, 3 November 1759 verleden ten overstaan van den Bosschen notaris de Cassemajor, aan Maria Hougaerts. |
De voorname Huizen en Gebouwen van 's-Hertogenbosch II (1910) 237-246
Verwersstraat 83
Verwerstraat F 188 (????)
1865 | mevr. de wed. van Meeuwen (grondeigenaarster) |
1875 | H.D. Heijmans (slagter) |
Verwerstraat F 185 (1880)
1881 | mr. E.G.J. Tilman (raadsheer in gerechtshof en lid van den gemeenteraad) |
1908 | mr. W.M. van Lanschot (griffier Prov. Staten) |
Verwersstraat 83 (1909)
1910 | mr. W.M. van Lanschot (agent Ned. Bank) |
1928 | J.G.W. Vugts |
1943 | fa. A. Hurkens en Zn. (schilder, handel in verfwaren) - J.J. Tulkens (onderw. aan de gevangenissen) |
Verwersstraat 83a
Verwersstraat 83a (????)
1928 | A.B.M. Hurkens |
1943 | fa. A. Hurkens & Zonen (drogisterij, glashandel) - A.B.M. Hurkens - H.B.M. Hurkens (huisschilder) - N.V. 's-Hertogenbossche Glasindustrie |
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 95
n: vermelding in een voetnoot
Bossche Encyclopedie |
|